Een biotoopaquarium

{flike}

Bron: Cichlidae door J. Lugthart

Als we kijken naar de verschillende stijlen van aquarium inrichten kunnen we een drietal benaderingen onderscheiden. Geheel naar de visuele wens van een aquariumbezitter zijn dat een ornamenten-, een natuurlijke- en een biotoopaquarium.

Het ornamentenaquarium kenmerkt zich door gekleurd grind, knikkers, gezonken schepen, schatkisten enz. en staat ver van de natuur af.

Bij een natuurlijke stijl wordt gebruik gemaakt van stenen, hout, (echte) planten waarbij een compositie wordt gemaakt. Het visbestand komt op een secundaire plaats. Voorbeelden zijn een landschappen stijl en de welbekende Hollandse bak.

De laatste jaren is er een toenemende populariteit voor een biotoopaquarium. Ook hier wordt gebruik gemaakt van natuurlijke materialen, maar waarbij de vissen en bijvoorbeeld beplanting uit dezelfde streek komen. Er zijn goede redenen te verzinnen dit na te streven. Vissen zien er immers uit zoals ze er uitzien en dat is niet zonder reden. Hun vorm, kleur en gedrag zijn in grote mate in de loop van de evolutie bepaald door de omgeving waar ze verblijven.

Maar wanneer spreekt men dan van een biotoopaquarium? Zijn daar regels voor? Bestaat het eigenlijk wel? De “echte biotoop” in een aquarium bestaat niet. Nooit en te nimmer zullen wij de natuur kunnen evenaren met de mogelijkheden die wij hebben. Altijd zal er sprake van een nabootsing zijn. Echter, net als in de kunst, kan een nabootsing soms net zo mooi zijn als het origineel. In dat opzicht zijn sommige aquaria kunststukken op zich, maar is het dan een biotoop? Als er al regels zijn, zijn deze onderling met mensen afgesproken. Maar wie bepaalt deze regels? Stof tot nadenken dus. Voor de één zal een aquarium met vissen en planten uit een bepaald continent een biotoopaquarium zijn, bijvoorbeeld soorten afkomstig uit West Afrikaanse rivieren. Voor een ander pas als vissen en eventuele beplanting uit een bepaald gebied komen, denk hierbij bijvoorbeeld aan een Malawi aquarium of een bepaald stuk rivier.

Een goed voorbeeld van verschillende interpretaties voor een biotoopaquarium is de inrichting voor discusvissen of maanvissen. Enerzijds kan dit een aquarium met veel beplanting en licht zijn, anderzijds een bak met weinig licht en gevuld met vele takken en bladeren en geen beplanting. Het tweede voorbeeld is een veel realistischer weergave van de natuurlijke habitat van deze twee geslachten.

Ook het eerste voorbeeld is een biotoop, maar dan minder strikt. We hebben alle middelen om een aquarium in te richten, maar er blijft één ingrediënt onmisbaar; de fantasie en beoogd kijkgenot van de inrichter.

In het geval van een geslaagde poging om een biotoop getrouwe inrichting te creëren, is er nog een beetje fantasie nodig om de grenzen en beperkingen van een aquarium weg te denken. Het wegwerken van de apparatuur is hier bijvoorbeeld een onderdeel van.

Samenvattend zijn de kenmerken van een ultiem biotoopaquarium:

  • Het zijn realistische weergaves van de natuurlijke omgeving en herkomstgebied van de vissen. Er wordt rekening gehouden met een natuurlijk ogende kleur van het water, (clear- white- of blackwater).
  • De hoeveelheid lichtopbrengst (Een diepwater biotoop heeft andere belichting nodig dan bijvoorbeeld een brandingszone. De Cypholtilapia frontosa leeft bijvoorbeeld op 40 meter diepte in de schemering van het Tanganyika-meer.
  • Onnatuurlijke ornamenten worden niet gebruikt.
  • De verschillende soorten vis komen niet alleen uit dezelfde regio, maar delen daadwerkelijk hetzelfde habitat.
  • Technische hulpmiddelen worden zoveel mogelijk uit het zicht gehouden.