Nu echt de blauwe alg de baas?

{flike}

Bron: Maandblad van Minor Rasbora Combinatie, Breda
Door: Peter Fugae

Vorig jaar werd in de WAP-krant (Werkgroep Aquatische Planten) en tijdens bijeenkomsten veel aandacht besteed aan het probleem van blauwe algen in het aquarium, een plaag waar iedere aquariaan wel eens mee te maken heeft of heeft gehad.

Vooral de invloed van de verhouding in het water van de opgeloste fosfaten en nitraten op deze zo ongewenste algengroei was het onderwerp van uitgebreide discussies, lezingen, artikelen en wat dies meer zij. Het probleem daarbij is dat veel mensen deze chemische verhandelingen niet begrijpen, dat anderen alleen maar denken (of zeggen) het te begrijpen en dat er tenslotte enkelen zijn, zoals ondergetekende, die het eigenlijk ook nooit zouden willen begrijpen. En de blauwe alg is er nog steeds, dus de wens "aan de galg met die algen" is onverminderd van kracht.

Wat bij alle commotie niet bekend geworden is, is dat ook op een ander front gewerkt werd en wordt aan het bestrijden van blauwe algen, al staat de aquariumliefhebberij als doelgroep daarbij niet op de eerste plaats. Het gaat om het bestrijden van schimmels, algen en bacteriën (inclusief blauwe alg, wat eigenlijk ook een bacterie is) in plantencultures door middel van bepaalde genetisch gemodificeerde planten. De werking berust op allopathie, het verschijnsel dat een plant door het uitscheiden van stoffen zodanige negatieve invloed heeft op andere organismen dat die het laten afweten.

Het verhaal begint enkele jaren geleden in Zuid-Amerika, namelijk bij onderzoek naar de invloed van libidoversterkende stoffen bij een daar veel voorkomend zoogdier, de At of Drietenige Luiaard, Bradypus tridacmus (fam. Bradypodidae). Het gaat om een belangrijk onderzoek dat bij eventueel succes ook zal worden uitgebreid naar in aanmerking komende vijftenige luiaards. Tijdens deze onderzoekingen bleek bij toeval dat de chemische stof 2-3,9-hydrohalo uretho oxygenase bij een plant een gen mutatie veroorzaakte die de plant ertoe bracht een phytohormoon aan te maken dat schadelijk, zelfs dodelijk was voor schimmels en bacteriën in de omgeving. De plant betrof een exemplaar van de soort Xyloscalon inversum. Verdere proeven toonden aan dat de bacteriedodende stof zich via bodem en lucht verspreidt, op de manier waarop ook bloemen met hun geur de omgeving beïnvloeden. Aanvankelijk zag men één en ander als een weliswaar interessante, maar verder onbelangrijke ontdekking, maar toch pakten de onderzoekers Camporosso, Compagnero en Guillermo de draad op. Zij zagen wel mogelijkheden, ook commercieel.

De vrij zeldzame Xyloscalon-plant uit het begin van het onderzoek verruilden zij voor een meer algemene soort namelijk de Vrouwentong (Sansevieria spp.) die het voordeel heeft gemakkelijk te kweken te zijn en die voortdurend actief is. Door de planten te vermeerderen via stekken en uitlopers (vegetatief dus) verkreeg men "klonen" die de gewenste eigenschap behielden zonder dat er steeds opnieuw met de kostbare chemicaliën hoefde te worden gewerkt.

Het bleek dat bij deze Vrouwentongen het in de omgeving verspreide phytohormoon zelfs op flinke afstand van de plant nog effectief was bij de bestrijding van bacteriën. Een belangrijke praktische toepassing van het systeem is dan ook in kassencomplexen, waar zich op de altijd vochtige ruiten aan de binnenzijde steeds weer een groene algenaanslag en ook slijmerige bacteriekolonies vormen. Door langs de onderkant van de ruiten gebruik te maken van rijen Vrouwentongen heeft men al veel kunnen bezuinigen op schoonmaakkosten. Maar, hoe interessant ook, dit zijn ontwikkelingen die buiten de aquariumwereld staan. Hoe zit het dan met het eventuele nut van deze ontdekking voor de aquaristiek?

Eén van de onderzoekers die aan het project meewerkte, dr. Buddywitz, is ook aquariaan en hij kent het blauwe algen probleem als geen ander. Hij wilde proberen of een aquatische plant wellicht ook langs deze allopathische weg zou kunnen worden ingezet tegen blauwe alg. De vraag was natuurlijk primair of de allopathische stof ook in het water zou werken.

Hij koos voor zijn proeven een solitair, namelijk een cultuurvariëteit (recent in Duitsland ontwikkeld) van Echinodorus, genaamd "Tanzende Feuerwehr”. Dit is een mooie plant, met veel rode vlekken in het blad, een van de cultivars uit het Echinodorus uruguayensis complex. Het resultaat was zonder meer verrassend. Al na twee dagen bleek dat in een van blauwe algen vergeven bak een kring van ongeveer 10 cm rond de plant nagenoeg vrij was geraakt van blauwe alg. Na een week was het vrije gebied gegroeid tot ongeveer 25 cm en dat zette nog verder door. Zolang de Echinodorus in het aquarium stond kwam de blauwe alg ook niet meer terug en er ontstond ook nergens meer nieuwe blauwe alg.

Hebben wij hier iets heel belangrijks mee in handen? Het ziet er wel degelijk naar uit.

Uit milieueffect studies blijkt de door de plant uitgescheiden stof onschadelijk te zijn (behalve dan voor blauwe algen natuurlijk), andere planten kunnen ook niet worden "besmet", want deze Echinodorus cultivar is steriel, vormt geen stuifmeel en vermenigvuldigt zich alleen door adventief plantjes. Hoewel hier van genetische manipulatie sprake is, heeft zelfs Greenpeace geen bezwaar aangetekend, maar zij zijn wegens hun naam waarschijnlijk ook eerder geïnteresseerd in groene dan in blauwe algen.

Tijdens vervolgonderzoek werd overigens nog een verrassende waarneming gedaan. In een algenvrij aquarium, met een exemplaar van de Echinodorus erin, werd als proef een hoeveelheid blauwe algen ingebracht. Vrijwel direct trad een vreemde reactie op. De Echinodorus toonde een spontane en sterke uitbreiding van de rode vlekken in het blad, dat snel bijna volledig rood werd. Pas bij het weg hevelen van de alweer bijna afgestorven blauwe algen verdween de rode kleur. Men tast volledig in het duister naar de aard van deze spontane en voor een plant ongewoon snelle reacties, al zijn er wel bepaalde vermoedens.

Alles goed en wel, maar hoe komen wij aan die planten? Via de commerciële weg is dat moeilijk, daar is men trouwens nog steeds voornamelijk met Vrouwentongen bezig. Maar, zoals gezegd, dr. Buddywitz is een aquariumliefhebber pur sang en vanuit het zeer geringe aantal planten dat hij oorspronkelijk had, heeft hij via uitlopers, adventieve en ook d.m.v. weefselcultuur toch een forse hoeveelheid van de gemuteerde planten kunnen produceren. De WAP was er in geslaagd daarvan een aantal te bemachtigen, en nog wel gratis ook, wat gezien de voorgeschiedenis op zich al een wonder mag heten. Die planten kwamen beschikbaar via de WAP (het kostte ons alleen een gratis abonnement op de WAP-krant voor dr. Buddywitz) en de leden, en mogelijk ook enkele niet-leden, zouden hiervan kunnen profiteren. Voorwaarde is alleen dat men zijn ervaringen via de WAP laat weten aan dr. Buddywitz, positieve zowel als negatieve. Het meebrengen en uitdelen van de beschikbare planten vond plaats op de WAP-vergadering van 2 april (2006 of eerder, red. WAP).

Zouden we nu eindelijk eens een ECHT goede en natuurlijke methode hebben verkregen om de blauwe algen ook bij eenvoudige liefhebbers de baas te worden?