Potamogeton wrightii

{flike}

Door: J. Faber
Bron: Kasselmann, C. (2011) ‘Aquariumplanten: Alle soorten uit de praktijk’. Utrecht: De Fontein|Tirion Uitgevers; pp. 488.

Al enkele jaren is deze plant bekend onder de plantenliefhebbers, maar gestaag begint deze plant nu ook de rest van de Nederlandse bakken te veroveren.

Zoals met alle Potamogetonsoorten hebben we hier te maken met een echte waterplant. Het is een typische rechtopgaande stengelplant met lijnvormige bladschijven tussen de 5 en 23 centimeter lang en 1 tot 3 centimeter breed. De broze bladeren zijn frisgroen van kleur, licht transparant, gegolfd en aan de randen fijn gekroesd en getand (Kasselmann, 2011). De plant kan drijfbladeren vormen, maar deze vormen zich niet in mijn aquarium wat wellicht te maken heeft met de regelmatige (en noodzakelijke!) snoeibeurt.

De plant stelt niet heel veel eisen. Een goede verlichting en zware bemesting zijn echter wel noodzakelijk om goed ontwikkelde planten te verkrijgen. Kasselmann stelt dat de plant het best groeit in middelhard tot hard, alkalisch water (2011), uit ervaring weet ik dat de plant in alle soorten water uitstekend gedijt.

Wanneer de plant het naar zijn zin heeft zit er geen rem op de groei. In mijn bak groeit de plant bij een verlichting van 0,6 watt per liter, een NO3- waarde tussen de 10 en 20 en een PO4-waarde tussen 1 en 2 (EImethode) letterlijk de bak uit.

De plant verdubbelt tot verdriedubbelt zich in lengte per week (ik stek de planten op een lengte van 80 centimeter, reken maar uit!). Aan ieder bladoksel vormt ze nieuwe groeipunten en uitlopers. Naast deze wijze vermeerdert de plant zich ook door middel van een kruipende wortelstok. Stekken is zeer eenvoudig door de stengels simpelweg op lengte te snijden en in de grond te stoppen; op deze wijze kunnen de planten zeer makkelijk vermeerderd worden.

Het is het decoratiefst om de plant te gebruiken als coulisse of als een toef tussen groepen lagere planten, op zo’n tweederde van de voorruit af, langs het oppervlak te laten gaan. Hierbij is het belangrijk om stekken van ongelijke lengte te nemen en ook enkele kortere stekjes vanaf 20 centimeter tot aan het oppervlakte, dit om de lange internodiën te verbergen van krachtige planten. Door de transparante bladeren en de lange internodiën oogt de plant niet massief en storend wanneer deze langs het oppervlak groeit. Bij krachtige belichting kleuren de bladeren geelbruin en wie weet ontstaat er wel een bloem aan een van de drijvende stengels.

Wilt u deze plant eens proberen, meld u aan op het forum op de Ciliata website. Daar bied ik ze aan!